Contenu de sensagent
- définitions
- synonymes
- antonymes
- encyclopédie
Lettris
Lettris est un jeu de lettres gravitationnelles proche de Tetris. Chaque lettre qui apparaît descend ; il faut placer les lettres de telle manière que des mots se forment (gauche, droit, haut et bas) et que de la place soit libérée.
boggle
Il s'agit en 3 minutes de trouver le plus grand nombre de mots possibles de trois lettres et plus dans une grille de 16 lettres. Il est aussi possible de jouer avec la grille de 25 cases. Les lettres doivent être adjacentes et les mots les plus longs sont les meilleurs. Participer au concours et enregistrer votre nom dans la liste de meilleurs joueurs ! Jouer
Dictionnaire de la langue française
Principales Références
La plupart des définitions du français sont proposées par SenseGates et comportent un approfondissement avec Littré et plusieurs auteurs techniques spécialisés.
Le dictionnaire des synonymes est surtout dérivé du dictionnaire intégral (TID).
L'encyclopédie française bénéficie de la licence Wikipedia (GNU).
Traduction
Changer la langue cible pour obtenir des traductions.
Astuce: parcourir les champs sémantiques du dictionnaire analogique en plusieurs langues pour mieux apprendre avec sensagent.
Dernières recherches dans le dictionnaire :
calculé en 0.016s
dictionnaire analogique
chef politique[Classe]
chef et haut dignitaire — aanvoerder; aanvoerster; hoofd; leider; leidster; chef; cheffin[Classe]
gonze, homme, individu, mortel, personne, personne humaine, personne physique, qqn, quelqu'un — eenling, enkeling, figuur, iemand, individu, mens, menselijk wezen, particulier, persoon, sterveling, stervelinge, zelfstandige, ziel - modèle — held, heldin, toonbeeld[Hyper.]
amener - conduire, mener — aan de leiding gaan, aan kop gaan, aanvoeren, voeren, voorgaan, vooroplopen, vooruitgaan - conduire — brengen, gidsen, rijden, voeren - coiffer, conduire, diriger, être à la tête, être aux commandes, exercer le commandement, gérer, mener, trouver à la tête — aan het hoofd staan van, aanvoeren, beheren, gezag hebben over, leiden, toezicht hebben - direction, leadership - leadership, primauté — leiderscapaciteiten, leiderschap - direction — stippellijnen - direction — leiderschap, leiding[Dérivé]
adepte, épigone — aanhanger, adept, adherent, leerling, volgeling[Ant.]
chef spirituel, leader spirituel - aristocrate, sang bleu — aristocraat, aristocrate, aristokraat, aristokrate, blauw bloed - meneur — haantje-de-voorste, haantje-vooruit - caller (en) - capitaine — aanvoerder, kopman, lijstaanvoerder, lijsttrekker, ploegleider - cheerleader - choragus - civic leader, civil leader (en) - chef — aanvoerder, aanvoerster, baas, bazin, chef, cheffin, hoofd, leider, leidster - surhomme — godenzoon, halfgod, supermens, Übermensch - duce - employeur, employeuse, patron — werkgever - père — huisvader, mevrouw, mijnheer, p., pater, pater familias, vaderdier - boss, chef, patron, patronne — baas, bazin, broodheer, chef, patroon, waard - leider - animateur — animator, animatrice, gangmaakster, gangmaker - guide — begeleider, gids, hoofdman, leiboom, leidsman - gourou — wijze man - chargé, chef, responsable — chef, hoofd, kopstuk, leider, ouwe, topfiguur, topman, voornaamste - chef, chef de tribu, chef tribal — dorpshoofd, hoofdman, stamhoofd - imam — imam - initiateur, instigateur — initiatiefneemster, initiatiefnemer, initiator - dirigeant syndical, responsable syndical - législateur — wetgever - malik (en) - chef militaire - fourvoyeur - modèle — held, heldin, toonbeeld - grand homme, héroïne, héros — held, hoofdfiguur, hoofdpersoon, hoofdrolspeler - chef nationaliste - point man (en) - point woman (en) - chef politique, homme politique, politicien, politique — politica, politicus, politieker, politiek leider, politiek leidster, staatsman - politicien — politica, politicus, staatkundige - président de séance - fantoche - chef religieux - chef de troupe, chef scout — hopman - spearhead (en) - meneur de grève — stakingsleider - supérieur, supérieure — meerdere - porteur de flambeau, porteur du flambeau — fakkeldrager, toortsdrager - entraîneur — lestoestel, lesvliegtuig, trainer - şeyhülislam (tr) - chef d'État — heerser, hoofdman, opperhoofd, staatshoofd - président — bestuurder, moderamen, praeses, pres., president, president-directeur, president-direkteur, presidente, voorz., voorzitster, voorzitter - politicyarka (sr) - pied piper (en) - Saddam Husayn, Saddam Hussein - Judas Maccabaeus (en) - Ahmad Shah Masoud, Masoud (en) - Gaddafi, Khadafy, Muammar al-Qaddafi, Muammar el-Qaddafi, Qaddafi, Qadhafi (en)[Spéc.]
direction, leadership - leadership, primauté — leiderscapaciteiten, leiderschap[Propriété~]
amener - conduire, mener — aan de leiding gaan, aan kop gaan, aanvoeren, voeren, voorgaan, vooroplopen, vooruitgaan - conduire — brengen, gidsen, rijden, voeren - coiffer, conduire, diriger, être à la tête, être aux commandes, exercer le commandement, gérer, mener, trouver à la tête — aan het hoofd staan van, aanvoeren, beheren, gezag hebben over, leiden, toezicht hebben - direction — leiderschap, leiding - direction — stippellijnen[Dérivé]
adepte, épigone — aanhanger, adept, adherent, leerling, volgeling[Ant.]
baas (n.m.) • concertmeester (n.) • guide (n.m.) • hoofdman (n.m.) • koploopster (n.f.) • koploper (n.m.) • kopman (n.) • leader (n.m.) • leider (n.m.) • leidersfiguur (n.) • leidsman (n.) • leidster (n.f.) • lijstaanvoerder (n.m.) • lijsttrekker (n.) • meester (n.m.) • meesteres (n.) • voorman (n.m.) • windbreker (n.)