Contenu de sensagent
- définitions
- synonymes
- antonymes
- encyclopédie
Lettris
Lettris est un jeu de lettres gravitationnelles proche de Tetris. Chaque lettre qui apparaît descend ; il faut placer les lettres de telle manière que des mots se forment (gauche, droit, haut et bas) et que de la place soit libérée.
boggle
Il s'agit en 3 minutes de trouver le plus grand nombre de mots possibles de trois lettres et plus dans une grille de 16 lettres. Il est aussi possible de jouer avec la grille de 25 cases. Les lettres doivent être adjacentes et les mots les plus longs sont les meilleurs. Participer au concours et enregistrer votre nom dans la liste de meilleurs joueurs ! Jouer
Dictionnaire de la langue française
Principales Références
La plupart des définitions du français sont proposées par SenseGates et comportent un approfondissement avec Littré et plusieurs auteurs techniques spécialisés.
Le dictionnaire des synonymes est surtout dérivé du dictionnaire intégral (TID).
L'encyclopédie française bénéficie de la licence Wikipedia (GNU).
Traduction
Changer la langue cible pour obtenir des traductions.
Astuce: parcourir les champs sémantiques du dictionnaire analogique en plusieurs langues pour mieux apprendre avec sensagent.
Dernières recherches dans le dictionnaire :
calculé en 0.016s
dictionnaire analogique
faire perdre telle propriété à qqch (fr)[ClasseHyper.]
afmars, aftocht, terugtocht, terugtrekking — departure, marching off, retreat, withdrawal - eliminatie — elimination, remotion, removal - afbijtmiddel, bijtmiddel, remover — remover[Dérivé]
epileren, ontharen — depilate, epilate - harvest - tip - lemmatize, stem - extirpate - enucleate - exenterate - enucleate - decorticate - bail - ontbloten, uitkleden — bare, disinvest, divest, strip, strip off, undress - ablate - doen, kuisen, reinigen, reinigend, schoonmaken — clean, pick - doen, kuisen, reinigen, reinigend, schoonmaken — clean - winnow - peuteren — pick - clear, clear up - muck - lift - lift - lift - afrukken, afscheuren, aftrekken, losrukken, losscheuren, lostrekken, ontfutselen, ontlokken, rijten, uitrukken, uitscheuren, uittrekken, weggraaien, weggrijpen, weggrissen, wegpakken, wegrukken, wegspuiten, wegtrekken — draw away, elicit, extract, pull away, pull loose, pull off, pull out, rend, snatch away, tear away, tear loose, tear off, tear out, wrench off, wrench out - afdoen, afnemen, afzetten, uitdoen, uitgaan, verwijderen, weghalen, wegleggen, wegnemen — clear away, put aside, remove, take down, take off - uithalen, uitnemen — take away, take out - ontpitten, pitten — pit, stone - seed - uit zijn hengsels lichten — lift off its hinges, remove from the hinges, take off its hinges, unhinge - shuck - doppen — hull - crumb - chip away, chip away at - burl - knock out - doen, kuisen, reinigen, reinigend, schoonmaken — clean, scavenge - hypophysectomise, hypophysectomize - ontgassen — degas - afpellen, pellen, schillen — husk, shell - brouwen — bur, burr - wegsaneren — clear away, clear off - knippen — flick - afhalen, afhangen, ontdoen van, stropen — dismantle, strip - strip - clear - defang - fileren, ontbenen, ontgraten, uitbenen — bone, debone, filet, fillet - disembowel, draw, eviscerate - doppen, kraken , pellen, peulen, schillen — pod, shell - shuck - detusk, tusk - dehorn - scalperen — scalp - wieden — weed - condense - hozen, met parachute uit een vliegtuig springen — bail out, bale out - leach, strip - decalcify - detoxicate, detoxify - de-ionate - de-iodinate - reinigen — decarbonise, decarbonize, decarburise, decarburize, decoke - debuggen, ontluizen — delouse - ream - afborstelen, afschuieren, borstelen, schuieren, strijken, uitborstelen — brush - afgelasten, uitwassen — wash, wash away, wash off, wash out - desorb - pull - demineralise, demineralize - eliminate - clear out, drive out, expectorate - bezweren, demonteren, onschadelijk maken — deactivate, defuse - baggeren, dreggen, opvissen, uitbaggeren — dredge - uitslijten — wear away, wear off - afzetten, amputeren — amputate, cut off - reseceren — eviscerate, resect - afromen, afscheppen, afschuimen, ontromen, romen, room afscheppen — cream, cream off, skim, skim off - afhalen, stropen — strip - strip - schubben — descale, scale - besnijden, vrouwenbesnijdenis — circumcise, circumcize - undock - delven, doorwroeten, omspitten, spitten — cut into, delve, dig, turn over - delven, graven — dig, excavate, hollow - opscheppen, putten, scheppen, uitscheppen — lift out, scoop, scoop out, scoop up, shovel, shovel up, take up - uittrekken — draw out, extract, pull, pull out, pull up, take out - take out - ontspannen — unstring - afhalen — string - uitvegen, uitwissen, wegvegen, wegwissen, wegwrijven, wissen — erase, expunge, sweep away, wipe, wipe away, wipe off, wipe out - bekruipen, heenvoeren, wegdragen, wegleiden, wegslepen, wegvoeren — bear away, bear off, carry away, carry off, steal up on, take away - unveil - take out, unpack - ontladen, ontlasten — disburden, discharge, lighten, unburden - empty - lossen, ontladen, uitladen — discharge - afzadelen, ontzadelen — offsaddle, unsaddle - afdanken, afwerpen — cast, cast off, drop, shake off, shed, throw, throw away, throw off - afhelpen, bevrijden, loswerken, vrijmaken — dislodge, free - poetsen, schoonhouden, wrijven — clean - aspirate, draw out, suck out - afschrijven, afzeggen, cancellen — cancel, delete - scheppen, uittillen — lade, laden, ladle - lepelen — spoon - ingewanden uithalen, kaken, lubben, ontweien — gut - head - aftrekken — draw away, draw off, pull off - leeghalen — clean, strip - extraheren, persen, trekken, uitrukken, uittrekken — draw, take out - trekken, uitkrijgen — draw, get out, pull, pull out, take out - leach - draw - opnemen, puren, putten, terugnemen, trekken — draw, draw off, draw out, take out, withdraw - carve out[Spéc.]
afmars, aftocht, terugtocht, terugtrekking — departure, marching off, retreat, withdrawal - eliminatie — elimination, remotion, removal - afbijtmiddel, bijtmiddel, remover — remover[Dérivé]
afdoen, afnemen, afstoffen, stoffen — dust, dust down, dust off, remove dust from - delven, graven, uitdelven, uitdiepen, uitgraven, uithollen, uitspitten — dig, dig out, excavate, hollow, hollow out[Domaine]
afhalen (v. trans.) • losmaken (v. trans.) • nemen (v. trans.) • ontdoen (v.) • remove (v. trans.) • take (v.) • take away (v. trans.) • verwijderen (v.) • wegdoen (v. trans.) • weghalen (v.) • wegnemen (v. trans.) • withdraw (v.)