hydrater (fr) - opladen — cargar - dagtekenen, dateren — datar, fechar - voeden, voeren — alimentar - calk (en) - financer (fr) - restringir - terrassen aanleggen, terrasseren — aterrazar, terraplenar - dado (en) - innerver (fr) - aanbieden, bieden, brengen, lenen, offreren, presenteren — ofrecer, ofrecerse - signaliser (fr) - doen toekomen - voorraad aanleggen — abastecer - bufferen, inslaan, in voorraad nemen, opslaan, stockeren — abastecerse, abastecerse de, almacenar, guardar, proveerse de, surtirse - caption (en) - tube (en) - ticket (en) - approvisionner en bétail (fr) - empoissonner (fr) - rim (en) - fret (en) - stappen - rail (en) - grillager (fr) - capitalizar - alphabétiser (fr) - munir d'un quai (fr) - air-condition, air-cool (en) - habiller d'uniformes (fr) - équiper de chemin de fer (fr) - acompañar, asociar - bewhisker, whisker (en) - ondertitelen — subtitular - écrire un chapeau (fr) - compléter (fr) - hobnail (en) - wive (en) - avituallar - overvoeren - caldear, calentar - munir de sièges (fr) - tener cabida para - fournir une rampe (fr) - bewapenen, van wapens voorzien, wapenen — amunicionar, armar, proveer de armas - intercalar - beglazen, glazenmaken, verglazen — poner cristales - almenar - causeway (en) - kanaliseren — bajar el canal - ruig groen, verbussen — crecer espesamente, forrar - brattice (en) - bemeubelen, inrichten, meubelen, meubileren, toebereiden, van meubels voorzien — ajuarar, alhajar, amoblar, amueblar, decorar y amueblar - slat (en) - aanmeren — atraque - bed (en) - automatiseren, computeriseren, computerizeren — computadorizar, computerizar - fournir les costumes (fr) - matten - rafter (en) - tool (en) - key (en) - brandstof innemen, tanken, van brandstof voorzien, volgooien — abastecer de combustible, llenar de combustible - bevoorraden, provianderen, ravitailleren, verschaffen — abastecer, abastecer de víveres, abastecerse de, abastecimiento, aprovisionar, avituallar, bastimentar, proveer de vituallas, proveerse de, provisión, suministro, vituallar - geven — ceder - equiperen, geoutilleerd, inrichten, outilleren, toebereiden, toerusten, uitrusten, uitrusting, verdediging, verweer, voorzien van — armar, equipar, equipar con, equipar de - transistoriseren — transistorizar - overtrekken — tapizar - cleat (en) - coal (en) - encorbeller (fr) - cornicher (fr) - constitutionnaliser (fr) - copper-bottom (en) - behangen met gordijnen — separar con cortinas - gate (en) - indexeren — indexar, indizar - articulate, joint (en) - fournir beaucoup (fr) - pump (en) - tanken — aprovisionar de combustible - overstromen, overvoeren, verzuipen — estar inundado - toggle (en) - patcher (fr) - bedruipen, begieten, besprenkelen, besproeien, bespuiten, sprenkelen, sproeien, water geven — asperger, asperjar, dar agua a, ducharse, humectar, regar, regar con manga, rociar - exploiter (fr) - taper d'un robinet (fr) - bedekken — cubrir, recubrir - reflectorise, reflectorize (en) - rénover (fr) - omranden - garnir de mâchecoulis (fr) - sanear - hat (en) - thématiser (fr) - beschutten — abrigar, amparar, encubrir, esconder, hospedar, proteger, protegerse - mechaniseren, motoriseren, motorizeren — mecanizar, motorizar - créner (fr) - avoir ses quartiers généraux, avoir son siège, avoir son siège social (fr)[Spéc.]

leverancier, leverancierster, toeleverancier — abastecedor, abastecedora, asentista, proveedor, proveedora, suministrador, suministradora[PersonneQui~]

aanbod, bevoorrading, energiebron, toelevering, verschaffing, voorziening — abastecimiento, abasto, aprovisionamiento, facilitación, provisión, repuesto, suministración, suministro, víveres[Nominalisation]

fournisseur, leverancier, toeleverancier, toeleveringsbedrijf — abastecedor, aprovisionador, asentista, suministrador - energiebron, reserve, voorraad — existencias, provisión, reserva[Dérivé]

aanvullen, bijmaken, completeren, kompleteren, vervolledigen — complementar, completar[Domaine]

aanbrengen (v. trans.) • aanvoeren (v.) • agenciar (v. trans.) • begiftigen met (v. trans.) • bezorgen (v. trans.) • comprar (v.) • conseguir algo para alguien  • dotar a u.p. de u.c. (v. trans.) • facilitar (v.) • fourneren (v.) • guarnecer (v.) • helpen aan (v. trans.) • mantener (v.) • obsequiar a u.p. con u.c. (v. trans.) • procurar (v. trans.) • proporcionar (v.) • proveer (v.) • schaffen (v.) • suministrar (v.) • surtir (v. trans.) • toereiken (v.) • toevoeren (v.) • verstrekken (v. trans.) • voorzien (v.)