Contenu de sensagent
- définitions
- synonymes
- antonymes
- encyclopédie
Lettris
Lettris est un jeu de lettres gravitationnelles proche de Tetris. Chaque lettre qui apparaît descend ; il faut placer les lettres de telle manière que des mots se forment (gauche, droit, haut et bas) et que de la place soit libérée.
boggle
Il s'agit en 3 minutes de trouver le plus grand nombre de mots possibles de trois lettres et plus dans une grille de 16 lettres. Il est aussi possible de jouer avec la grille de 25 cases. Les lettres doivent être adjacentes et les mots les plus longs sont les meilleurs. Participer au concours et enregistrer votre nom dans la liste de meilleurs joueurs ! Jouer
Dictionnaire de la langue française
Principales Références
La plupart des définitions du français sont proposées par SenseGates et comportent un approfondissement avec Littré et plusieurs auteurs techniques spécialisés.
Le dictionnaire des synonymes est surtout dérivé du dictionnaire intégral (TID).
L'encyclopédie française bénéficie de la licence Wikipedia (GNU).
Traduction
Changer la langue cible pour obtenir des traductions.
Astuce: parcourir les champs sémantiques du dictionnaire analogique en plusieurs langues pour mieux apprendre avec sensagent.
Dernières recherches dans le dictionnaire :
calculé en 0.015s
dictionnaire analogique
active - advent, coming — komst - boot, bring up, reboot, reset - continue — doorgaan - experience, have — denken, hebben, koesteren, krijgen, ontvangen, voelen - alter, change, vary — fluctueren, gewijzigd, herscheppen, modificeren, muteren, variëren, veranderen, wijzigen, wisselen - affect, bear on, bear upon, impact, touch, touch on — van invloed zijn op - become, fall, get, go, grow, make — gaan, geraken, komen, raken, treden, vallen - change, commute, convert, exchange, replace — herleiden, inruilen, inspringen, inspringen voor, invallen, invallen voor, veranderen, verruilen, vervangen, verwisselen, waarnemen, waarnemen voor, zich omkleden - modify — wijzigen - change — aanpassing, alteratie, verandering, wijziging - metrication, metrification — versificatie - diversification, variegation — belangenspreiding, parallellisatie - adjustment, alteration, change, changing, edit, modification, variation — aanpassing, accommodatie, adaptatie, alteratie, assimilatie, bewerking, bijstelling, modificatie, mutatie, verandering, wijziging, wissel, wisseling - transfer, transference — containeroverslag, giro-overschrijving, omvorming, omzetting, overboeking, overhandiging, overschrijving, storting, transfer, transformatie, transpositie - conclusion, ending, termination — bea aindiging, beëindiging, besluit, determinatie, einde, eindiging, stopzetting, vaststelling, woordeinde - closing, completion, culmination, mop up, take up, windup — afronding, afwerking, completering, voleinding, voltooiing - engage — blokkeren - beginning, commencement, start — aanzet - debut, entry, first appearance, introduction, launching, unveiling — debuut, inleiding, introductie, invoering, maiden-speech - creation, foundation, founding, initiation, innovation, instauration, institution, introduction, origination — creatie - firm up, stabilise, stabilize, steady — stabiliseren, stabilizeren - regularise, regularize - come about, fall out, go on, hap, happen, occur, pass, pass off, take place — afspelen, gebeuren, gebeuren met of aan, geschieden, gevallen, omgaan, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, spelen, voltrekken - leave, leave behind — achterlaten, overlaten - transformed - defrost, deice, de-ice — laten ontdooien, ontdooien - modify, remodel, transform, transmute, transubstantiate — metamorfoseren, modificeren, ombouwen, omtoveren, omvormen, omzetten, transformeren, transmuteren - transformation, translation — transformatie - alteration, change, modification, revision — herziening, modificatie, modifikatie, redres, revisie, wijziging - conversion, transformation — bekering, conversie, omzetting, verandering - afforestation, forestation — aanplant, bebossing, beplanting, bosaanplant - reafforestation, re-afforestation, reforestation — herbebossing - disappear, vanish — verdwijnen - detract, take away — afnemen, kleineren, kwaadspreken - open, open up — ontsluiten, openbreken, openen - change, shift, switch — overschakelen, verwisseling, wisseling - transfer, transplant, transpose — overladen, overplaatsen, overplanten, transporteren - draw - make - read, scan — doorbladeren, doorkijken, doorzien, laden, scannen - outclass — declasseren, overklassen, overtroeven - come - affirm, confirm, corroborate, substantiate, support, sustain — affirmeren, bevestigen, confirmeren, geconfirmeerd - presuppose, suppose — toedenken, veronderstellen, vooronderstellen, vooropstellen - date, date stamp — dateren - distort, falsify, garble, pervert, twist, warp — verdraaien, vertekenen, verwringen - assure, ensure, guarantee, insure, secure — borgen, ervoor zorgen, garanderen, instaan, verzekeren, waarborgen - extenuate, mitigate, palliate — vergoelijken, verminderen, verzachten - read, record, register, show — aanwijzen, aflezen, opnemen, optekenen, registreren, tapen - show — duiden, wijzen - intend, mean, signify, stand for - delete, erase — deleten, wissen - accent, accentuate, emphasise, emphasize, lay/put stress on, punctuate, stress, underline, underscore — aanzetten, accentueren, beklemtonen, benadrukken, betonen, hameren, nadruk leggen op de, onderlijnen, onderstrepen, profileren, tamboereren - exit of underground stream, rebirth, renaissance, renascence, resurgence, revitalisation, revitalization, revival, revivification — opleving, renaissance, wedergeboorte, wederopbloei, wederopleving - resurrection — herrijzenis, opstanding, resurrectie, verrijzenis, wederopstanding - address, cover, deal, handle, plow, treat — behandelen, handeldrijven, handelen in - consume, deplete, eat, eat up, exhaust, run through, use, use up, wipe out — afgrazen, afwerken, opgaan, opgebruiken, uithollen, uitputten, verbruiken, verteren - hold, hold up, support, sustain — dragen, omhooghouden, ondersteunen, ophouden, steunen - hold up, prop, prop up, shore, shore up, support, sustain, uphold — ondersteunen, steunen, zetten tegen - add on, affix, append, supplement - interconnect, interlink - abut, abut on, adjoin, border, border on, butt, butt against, butt on, edge, march — aaneensluiten, aansluiten, grenzen, grenzen aan, omgrenzen - back up, block, choke, choke off, clog, clog up, congest, foul — verstoppen - attract, draw, draw in, pull, pull in — aantrekken, inpalmen, intrekken - run - bring, make for, play, work, wreak — aanrichten - arouse, bring up, call down, call forth, conjure, conjure up, evoke, invoke, put forward, raise, stir — doen, inzamelen, opbrengen, ophalen, voortoveren, wekken - activate, actuate, run in, set off, spark, spark off, touch off, trigger, trigger off, trip — aan de gang krijgen, inrijden, ontketenen - establish, give - actuate, incite, motivate, move, prompt, propel — aanzetten, begeesteren, drijven, enthousiasmeren, motiveren, opwarmen - commence, embark on, proceed, set about, start, start up — beginnen, beginnen aan, openen, overgaan tot - bear, turn out - debase, degrade, demean, disgrace, put down, take down — vernederen - ball over, blow out of the water, floor, shock, stun, take aback — aangrijpen, aanpakken, choqueren, onthutsen, ontstellen, ontzetten, schokken, shockeren, verdoven, vloeren - stochastic - chase away, chase off, dispel, drive away, drive off, drive out, rout, run off, turn back — opjagen, verdrijven, verjagen, wegdrijven, wegjagen - elapse, fly, fly by, glide by, go along, go by, intervene, lapse, pass, slide by, slip, slip away, slip by, slip past — achteruitgaan, doorkomen, ertussen liggen, omgaan, omkomen, slijten, verglijden, verlopen, verstrijken, vervlieden, vervliegen, verzinken, vlieden, vliegen, voorbijgaan, voorbijvliegen - subject — blootstellen, onderwerpen - go - become, turn — draaien, omgaan, worden - die hard, endure, persist, prevail, run — blijven, maar langzaam verdwijnen, persevereren, persisteren, volharden - modification — wijziging - parapsychology, psychic phenomena, psychic phenomenon — parapsychologie - happening, natural event, occurrence, occurrent — gebeurde, gebeurtenis, geschiedenis, ontwikkeling, voorval - episode — episode, voorval - contingence, contingency, eventuality — eventualiteit - casus belli — casus belli - alteration, change, modification, transformation — afwisseling, alteratie, alternantie, alternatie, alternering, keer, variatie, variëteit, wending, wijziging - accident, chance event, fortuity, stroke — accident, auto-ongeluk, toeval, toevalligheid - incident — incident, voorval - act of God, force majeure, inevitable accident, natural disaster, unavoidable casualty, vis major — natuurramp - fluctuation, variation — golfbeweging, ondulatie, slag, undulatie, variatie - cycle, oscillation — circulatie, cirkelgang, kringloop, kringloopproces, omloop, rondgang, roulatie - cycle — circulatie, cirkelgang, cyclus, kringloop, kringloopproces, omloop, rondgang, roulatie - recurrence, return — herhaling, terugkeer - transition - shift, transformation, transmutation — omzetting, transformatie, transmutatie, verandering - changeover, conversion, passage, transition — omschakeling, overgang, overschakeling, overstap, passage, switch - green revolution - eruption, irruption, outbreak — uitbarsting - business cycle, trade cycle — conjunctuur, conjunctuurbeweging, conjunctuurgolf - affair, function, occasion, social function, social occasion — evenement, gebeuren, gebeurtenis, happening - change — verandering - abiogenesis, autogenesis, autogeny, spontaneous generation — abiogenese, abiogenesis, autogenese, zelfwording - capillarity, capillary action - food chain — voedselketen - cold front, polar front — koudefront, koufront - squall line - occluded front, occlusion - cloudburst, deluge, downpour, pelter, pouring rain, rainstorm, shower, soaker, torrent, waterspout — bui, hoosbui, luierbroekje, plensbui, plensregen, regen, regenbui, regenval, stortbui, waterhoos, watervloed, wolkbreuk - reactance - blizzard, snowstorm — blizzard, sneeuwjacht, sneeuwstorm, sneeuwstrom - Doppler effect, Doppler shift — dopplereffect - electrical storm, electric storm, thunderstorm — onweersbui - torque, torsion — koppel, torsie, wringing - vapor pressure, vapour pressure — dampspanning - atmospheric condition, conditions, weather, weather condition — luchtgesteldheid, weer, weersgesteldheid, weersomstandigheden, weersomstandigheid - elements — elementen - acidification, anthropogenic acidification - curing, hardening, heat setting, set, solidification, solidifying, thermosetting, thermo setting, thermo-setting — stolling - action, activity, natural action, natural process - physical process, process — bewerken, bewerking, ontwikkelingsgang, proces, verloop - processing — bewerking - ecological succession, succession - natural selection, selection, survival, survival of the fittest — assortiment, overleving, sortering, sortiment, verschot - change — verandering - occurrence - behavior, behaviour — gedrag - circadian rhythm, nychthemeron[Domaine]