autonomy, liberty — zelfbeschikkingsrecht - plebiscite — plebisciet, plesbisciet, referendum, volksbesluit, volksraadpleging, volksreferendum, volksstemming - fascism — fascisme - carrying out, enforcement, execution, implementation, performance — executie, export, exporthandel, implementatie, tenuitvoerbrenging, tenuitvoerlegging, terdoodbrenging, terechtstelling, uitvoer, uitvoerhandel, uitvoering, voltrekking - acceptance, acceptation, adoption, espousal — aanvaarding, acceptatie, adoptie, bijval, weerklank - election — electie, verkiezing, verkiezingen - reelection, re-election — half, herkiezing, herverkiezing - referendum — plebisciet, plesbisciet, referendum, volksraadpleging, volksreferendum, volksstemming - vote — stem, stemming, stemrecht - general election — algemene verkiezingen, parlementsverkiezing, parlementsverkiezingen - primary, primary election - ballot, balloting, suffrage, vote, voting — ballotage, stem, stembusgang, stemming, votum - secret ballot — geheime stemming - veto — veto, vetorecht - firm up, stabilise, stabilize, steady — stabiliseren, stabilizeren - campaigner, candidate, nominee — actievoerder, activist, campagnevoerder, examenkandidaat, examinandus, geëxamineerde, kand., kandidaat - citizen — burger, inwoner, staatsburger - enforcement — uitvoering - authorities, government, raj, regime, rule — autoriteit, autoriteiten, bestuur, bewind, gezag, gezagsdragers, gouvernement, landsregering, overheid, regering, regiem, regime - abolitionist, emancipationist — abolitionist - freeman, freewoman — ereburger - country, land, nation, native country, people — geboorteland, landaard, nationaliteit, volk, volksaard, volkseigen, volkskarakter - emigrate — emigreren, expatriëren - fasten on, hook on, latch on, seize on, take up — aangrijpen - act of terrorism, terrorism, terrorist act — terreur, terrorisme - campaigning, candidacy, candidature, electioneering, political campaign — kandidaatstelling, kandidatuur, verkiezingscampagne - guarantee, warrant — autoriseren, committeren, machtigen, mandateren, verzekeren, volmachtigen - social control - sanction — dwangmaatregel, sanctie, sanctiemaatregel, strafmaatregel - administration, governance, governing, government, government activity — beleid, bestuur, gouvernement, politiek, regering, regeringsbeleid, regeringspolitiek, regime - imposition, infliction — last, oplegging, strafoplegging - acculturation, enculturation, socialisation, socialization — socialisatie - breeding, bringing up, fosterage, fostering, nurture, raising, rearing, upbringing — opvoeding - delegating, delegation, deputation, relegating, relegation — schuldoverdracht - impoverishment, pauperisation, pauperization — verarming - appeasement, calming — bevrediging, verzoening, verzoeningspolitiek, vredespolitiek - conciliation, placation, propitiation - internationalisation, internationalization — internationalisatie, internationalisering, internationalizering - discrimination, favoritism, favouritism — achterstelling, discriminatie, favoritisme, nepotisme, onderscheid, vriendjespolitiek - nomenklatura - ageism, agism - heterosexism - nepotism, old-boy network, old school tie — favoritisme, nepotisme, vriendjespolitiek - racial discrimination, racialism, racism — racisme, rassehaat, rassendiscriminatie, rassenhaat, rassenideologie, rassenleer, rassenongelijkheid, rassentheorie, rassenwaan, rassewaan - sexism — seksisme - antifeminism, chauvinism, male chauvinism — seksisme - norm, normalisation, normalization, standard, standardisation, standardization, standards — harmonisatie, normalisatie, normalisering, normalizatie, normalizering, normstelling, regulatie, standaardisatie, standaardisering, systeemdwang, uniformering - stabilisation, stabilization — stabilisatie - resistance — verzet - champion, defend — verdedigen - action - support — bemoediging, ondersteuning, steun, steunpilaar, support - advocacy, protagonism — pleidooi, voorspraak - aegis, auspices, protection — bescherming - sponsorship — sponsorschap - endorsement, indorsement — aantekening, bevestiging - approbation, approval, approving, blessing, sanctioning — adhesie, agreatie, bijval, fiat, goedkeuring, goedvinden, instemming, sympathie, zegen - democratisation, democratization — democratisering, demokratisering, demokratizering - attendance, engagement, involution, involvement, participation, turnout — compliciteit, deelname, deelneming, engagement, inspraak, medeplichtigheid, medezeggenschap, participatie, verloving - enthrone, invest, vest — bekleden - certify, endorse, indorse — attesteren - vote - liberalise, liberalize — liberaliseren - represent — representeren, vertegenwoordigen - govern, rule — gebieden, heersen, overheersen, regeren - grind down, tyrannise, tyrannize — tiranniseren - city, civic, civil — burger-, stad-, stads-, stedelijk - fascist, fascistic — fascistisch - nationalism, patriotism — burgerzin, chauvinisme, civisme, nationalisme, nationaliteitsgevoel, patriottisme, vaderlandsliefde - defence policy, defence program, defense policy, defense program — defensiebeleid - Chartism, chartist movement - government, political science, politics, politology — politicologie, staatkunde, staatsleer, staatswetenschap - geopolitics — geopolitiek - anarchism — anarchisme, wetteloosheid - Machiavellianism - centrism, moderatism - conservatism, conservativism — behoudzucht, conservatisme, konservatisme - reaction — tegenbeweging - democracy — democratie - social democracy — sociaal-democratie - elitism — elitairisme, elitarisme - extremism — extremisme - federalism — federalisme - neoliberalism, neo-liberalism - libertarianism — indeterminisme - monarchism — koningsgezindheid, monarchisme, royalisme - Negritude - progressivism - radicalism — radicalisme, radikalisme - republicanism — republicanisme - utopian socialism - militarism — militarisme - policy, politics — beleid, polis, verzekeringscontract - social policy - affirmative action, positive discrimination, preferential treatment — bevoordeling, bevoorrechting, positieve discriminatie, voorkeursbehandeling, voortrekking - foreign policy - interference, intervention — interventie - noninterference, nonintervention — afzijdigheid, neutralisme, neutraliteit, non-interventie - manifest destiny - isolationism — isolationisme - Monroe Doctrine - Truman doctrine - dissidence — onenigheid - debate, disputation, public debate — debat, disputatie - induction, initiation, installation — bevestiging, installatie - coronation, enthronement, enthronisation, enthronization, investiture — kroning - arms race — bewapeningswedloop, wapenwedloop - campaign, political campaign, run — verkiezingscampagne - IRA, Irish Republican Army, Provisional IRA, Provisional Irish Republican Army, Provos — Iers Republikeins Leger, IRA - Tammany, Tammany Hall, Tammany Society - British Commonwealth, Commonwealth of Nations - court, royal court — gerechtshof, hof, hofhouding, tribunaal - government-in-exile - local government — gemeenteadministratie, gemeentedienst - citizenry, people — natie, volk - electorate — electoraat, kiezers, kiezersvolk - senate, Upper Chamber, Upper House — Eerste Kamer, senaat - Senate, U.S. Senate, United States Senate, US Senate — senaat - House of Representatives, U.S. House, U.S. House of Representatives, United States House of Representatives, US House, US House of Representatives — Huis van Afgevaardigden - British House of Commons, House of Commons — Lagerhuis - British House of Lords, House of Lords - general assembly, general meeting, general shareholders meeting, law-makers, legislative, legislative assembly, legislative authority, legislative body, legislative power, legislature — legislatuur, wetgevende macht, wetgevende vergadering, wetgevend lichaam - legislative council - Free World - Third World — derde wereld - body politic, commonwealth, country, land, nation, res publica, state — deelstaat, land - Nazi Germany, Third Reich — Derde Rijk, Dritte Reich - member - allies - Arab League - Common Market, Community, EC, EEC, EU, Europe, European Community, European Economic Community, European Union — EEG, EG, Euromarkt, Europese Economische Gemeenschap, Europese Gemeenschap, Europese Unie, Gemeenschap - NATO, North Atlantic Treaty Organization — NATO, NAVO, Noordatlantische Verdragsorganizatie - OAS, Organization of American States — O.A.S., OAS - OPEC, Organization of Petroleum Exporting Countries, Organization of Petroleum-Exporting Countries — OPEC, organisatie van olie-exporterende landen, organizatie van olie-exporterende landen - great power, high power, major power, power, superpower, world power — grootmacht, grote mogendheid, macht, machtsblok, mogendheid, supermacht, supermogendheid, wereldmacht - city state, city-state — stadstaat, vrijstad - state — deelstaat - hoi polloi, mass, masses, multitude, people, the great unwashed — massa - AFL-CIO, American Federation of Labor and Congress of Industrial Organizations - constituency — kiesdistrict - electoral college — kiescollege - machine, political machine - popular front - global organization, international organisation, international organization, world organisation, world organization - CIS, Commonwealth of Independent States — Gemenebest van Onafhankelijke Staten, GOS - UN, United Nations, United Nations Organization, UNO — UNO, Verenigde naties, VN - confederacy, confederation, federation — bond, bondsstaat, confederatie, federatie, statenbond - federation — bond, federatie - union — liga, unie, verbond, werknemersorganisatie - chamber, meeting room — kamer, vergaderzaal - parliament — praatbarak, volksvertegenwoordiging - Knesset, Knesseth - Oireachtas - syndicalism — syndicalisme - cadre, cell — kaderpersoneel - resistance, underground — illegaliteit, ondergrondse, verzet, verzetsbeweging, verzetsorganisatie - commonwealth, democracy, republic — democratie, republiek - hegemony — hegemonie - oligarchy — oligarchie - plutocracy — geldaristocratie, plutocratie - technocracy — technocratie - monarchy — koningschap, koninkrijk, monarchie - diarchy, dyarchy — dubbele - colony, settlement — kolonie, wijkcentrum, wingewest - commission, delegacy, delegation, deputation, mission — afvaardiging, delegatie, deputatie, gezantschap, legatie, missie, schuldoverdracht, vertegenwoordiging - diplomatic mission - absolutism, authoritarianism, despotism, dictatorship, monocracy, one-man rule, shogunate, totalitarianism, tyranny — absolutisme, autoritair systeem, despotisme, dictatorschap, dictatuur, diktatorschap, diktatuur, dwingelandij, tirannie - police state — machtsstaat, machtstaat, politiestaat - front, movement, social movement — beweging, richting, stroming - political movement - Age of Reason, Enlightenment - burgh - rotten borough - English, English people - French, French people — Frans, Fransen, fransozen - administrator, administratrix, execute, executive — administrateur, administratrice, beheerder, beheerster, bestuurder, bestuurster, kaderlid, manager, staflid - alderman, alderwoman — wethouder - anarch, anarchist, nihilist, syndicalist — anarchist, anarchiste, nihilist, revolutionair - apostle — apostel, discipel - Blimp, Colonel Blimp - democrat, populist — democraat, democrate, demokraat, demokrate, populist - apostate, deserter, ratter, recreant, renegade, turncoat — afgevallene, afvallige, apostaat, deserteur, geloofsverzaker, kerkverlater, renegaat - janissary — janitsaar - nationalist, patriot — nationalist, patriot, vaderlander - pol, political leader, politician, politico — politica, politicus, politieker, politiek leider, politiek leidster, staatsman - prefect — prefect - rightist, right-winger — buitenspeler, rechtsbuiten, rechtse, rechtsvoor, vleugelspeler - secessionist — separatist - Secretary General - caseworker, social worker, welfare officer, welfare worker — agoog, hulpverleenster, hulpverlener, maatschappelijk werker, maatschappelijk werkster, sociaal werker, sociaal werkster, welzijnswerker, welzijnswerkster - Speaker — box, kamervoorzitter, luidsprekerbox, speaker, voorz., voorzitter - suffragette — suffragette - union representative — vakbondsvertegenwoordiger - burgess, constituent, elector, voter — keurvorst, kiesgerechtigde, kiesman, kiezer, kiezeres, stemgerechtigde, stemmer - Malcolm Little, Malcolm X - absolute majority, majority — meerderheid - office, power — kracht - peace — pax, vredigheid - anarchy, lawlessness — anarchie, chaos, regeringloosheid, wetteloosheid - state of war, war - cold war — koude oorlog - independence, independency — mondigheid, onafhankelijkheid, zelfstandigheid, zelfwerkzaamheid - autonomy, self-direction, self-reliance, self-sufficiency — autarkie, autonomie, onafhankelijk, zelfbeschikkingsrecht[Domaine]