Contenu de sensagent
- définitions
- synonymes
- antonymes
- encyclopédie
Lettris
Lettris est un jeu de lettres gravitationnelles proche de Tetris. Chaque lettre qui apparaît descend ; il faut placer les lettres de telle manière que des mots se forment (gauche, droit, haut et bas) et que de la place soit libérée.
boggle
Il s'agit en 3 minutes de trouver le plus grand nombre de mots possibles de trois lettres et plus dans une grille de 16 lettres. Il est aussi possible de jouer avec la grille de 25 cases. Les lettres doivent être adjacentes et les mots les plus longs sont les meilleurs. Participer au concours et enregistrer votre nom dans la liste de meilleurs joueurs ! Jouer
Dictionnaire de la langue française
Principales Références
La plupart des définitions du français sont proposées par SenseGates et comportent un approfondissement avec Littré et plusieurs auteurs techniques spécialisés.
Le dictionnaire des synonymes est surtout dérivé du dictionnaire intégral (TID).
L'encyclopédie française bénéficie de la licence Wikipedia (GNU).
Traduction
Changer la langue cible pour obtenir des traductions.
Astuce: parcourir les champs sémantiques du dictionnaire analogique en plusieurs langues pour mieux apprendre avec sensagent.
Dernières recherches dans le dictionnaire :
calculé en 0.046s
dictionnaire analogique
tricot — jersey, ribtricot, tricot - ductilité — kneedbaarheid, plasticiteit - effectuer — blokkeren - concevoir, projeter — intrigeren, kuipen, ontwerpen, ontwikkelen, plannen, programmeren, projecteren, uitstippelen - casse — breekgeld - automatiser — automatiseren, automatizeren - contaminer, corrompre, infecter, polluer — contamineren, verontreinigen, vervuilen - lubrification — geil, smering - confection, fabrication — fabricage, fabrikaat, productieproces, produktieproces - échelle, échelle de mesure, étalonnage, étalonnement — graduatie, ijking, maatverdeling, schaal, schaalverdeling - réglage — stemming - ajustement, rajustement — depot, notificatie, orgelspel, registratie - faire marcher, mettre en marche, ouvrir — aandoen, aandraaien, aanknippen, aanzetten, inschakelen - débrancher, déconnecter, éteindre — afzetten, uitdoen, uitdraaien, uitknippen, uitschakelen, uitzetten - fonctionner, marcher, tourner, travailler — draaien, functioneren, funktioneren, goed werken/lopen, in bedrijf zijn, in orde zijn, lopen, werken - confectionner, fabriquer — fabriceren, vervaardigen - assembler, joindre, monter, rassembler, recoller, réparer, unir — assemblage, assembleren, componeren, construeren, in elkaar zetten, installatie, montage, monteren, opbouwen, samenroepen, samenstellen, samenvoegen - essayer, expérimenter, interroger, tester — doorvragen, examineren, ondervragen, overhoren, proberen, test, testen, toetsen, uitproberen, uittesten - papier aluminium, papier d'aluminium — aluminiumfolie, bladaluminium - automate, robot — robot - balbriggan - brasserie — bierbrouwerij, brouwerij - jute#toile_de_jute — gonje, jute, jutezak - came — askam - batiste — batist - catalyseur, pot catalytique - chambray - étamine — kaasdoek, kaaslinnen - chino - compresseur — aanjager, compressor, luchtpomp, perspomp - bielle — drijfstang - convertisseur — omvormer - bande transporteuse, convoyeur, tapis roulant — band, bandtransporteur, lopende band, sorteerband, transportbaan, transportband - coton — katoen, katoenplant, katoentje - cretonne — cretonne - cylindre — cilinder, cylinder - bossoir — davit, sloepdavits - torchon — afdroogdoek, afwasborstel, afwaskwast, bordendoek, droogdoek, handdoek, keukendoek, poetsdoek, poetslap, schoteldoek, theedoek, vaatdoek, vaatkwast, vadoek, vatenkwast, wisdoek - distillerie — branderij, destilleerderij, distilleerderij, distilleerinrichting, stokerij - queue d'aronde — zwaluwstaart - étoffe, textile, tissu — laken, materiaal, stof, stofdoek, stofvod, textiel, textielindustrie, textielnijverheid, textielvezel, weefsel - chaumard - calibre étalon — peilglas, proefglas, spoorbreedte, spoorwijdte - mouchoir, tire-jus — snotlap, tissue, zakdoek - agrafe, crochet, hameçon — haak, haakje - huck - Métier Jacquard - machine à tricoter — breimachine - lessive - cuir artificiel, skaï — imitatieleer, kunstleder, kunstleer, leerdoek, namaakleer, simileder, skai - lungi - Madras — katoendoek, Madras - grand-voile — grootzeil, schoverzeil - mécanique, mécanisme — mechaniek, mechanisme, opwindmechanisme - machine à traire — melkmachine - mohair — mohair - mousseline — mousseline, neteldoek - filet, réseau — gaasweefsel, glasgordijn, maaswerk, net, netwerk, raster, vangnet, vitrage - raffinerie, raffinerie de pétrole — olieraffinaderij, petroleumraffinaderij, raffinaderij - plombage, rembourrage, remplaçant — invullen, opvulling, opvulsel, plaatshouder, vulling, vulsel, vulstof - paisley — paisley - essuie-tout — keukenrol - percale - tige de piston — zuigerstang - carrière, carrière de pierre, fosse, mine, puits — afgraving, groeve, mijn, orkestbak, steengroeve - usine — bedrijf, fabriek, fabrieksgebouw, opstal - popeline — popeline - chaîne, chaîne de fabrication, chaîne de montage — ketting, lijn, lopende band, machinestraat, montageband, productielijn, produktielijn - palan, poulie — katrol, katrolblok - queue-de-rat — kurkvijl - rayonne — kunstzijde, rayon - raffinerie — raffinaderij - satinette — satinet - satin — atlas, satijn - serge — serge - affûteuse, aiguisoir, lime, meule, ponceuse, taille-crayon — potloodslijper, puntenslijper, punteslijper, scherper, slijper - couverture — bekleding, lakenstof - tôle - silésie - élasthanne, lycra, spandex - spi, spinnaker — spinnaker - jenny — spinmachine - rouet — spinnewiel - gouvernail, roue de barre, roue de gouvernail — stuurrad - penture - échantillon — monster, staal - taffetas — florentine, taf, tafzijde - bâche goudronnée — geteerd zeildoek, zeil - plaid, tartan — plaid, reisdeken, ruitje, ruitjesstof, Schots ruitpatroon, tartan - tissu éponge — badstof, frotté, frottéweefsel, lussenweefsel - machine à textile, machine à tissu - fer-blanc - bramzeil - hunier — bovenzeil, marszeil, topzeil - tulle — tule - velcro — kleefband, klitband, klitteband, klittenband - équerre à coulisse, pied à coulisse - Viyella - établissement vinicole — wijnzak - couche, enduit, fini — afwerking, nabewerking - élasticité — elasticiteit, rek, rekbaarheid, spankracht, veerkracht - plasticité — kneedbaarheid, plasticiteit - adaptation, ajustement, arèglement, réglage — aanpassing, bijregeling, regeling - industrie — industrie, industrietak, nijverheid - système bancaire - chimie, industrie chimique — chemische industrie - industrie charbonnière - industrie électronique - industrie cinématographique — film, filmindustrie, filmwereld - industrie de l'armement — wapenindustrie - industrie pétrolière — olie-industrie, petroleumindustrie - industrie des matières plastiques - secteur tertiaire, tertiaire — dienstensector, dienstensektor, tertiaire sector, tertiaire sektor - industrie du tabac - industrie du jouet - centre industriel, Z.I., zone industrielle — bedrijvenpark, industriegebied, industriepark, industrieterrein, industriezone - boss, chef - forgeron, maréchal-ferrant, sidérurgiste — smid - houwer, koempel, kompel, mijnwerker - bouif, cordonnier, cordonnière, gnaf — schoenlapper, schoenmaakster, schoenmaker - distillateur — brander, destillateur, destilleerder, distillateur, distilleerder, stoker, stookster - vitrier, vitrière — glazenmaker, polijststeen - fabricant, fabricante, fabriquant, marque, producteur — fabrikant, industrieel, productiechef, productieleider, productmanager, product manager, produktiechef, produktieleider, produktmanager, programmamaker - mineur — houwer, koempel, kompel, mijnwerker, mineur - ferblantier — blikslager - charron — wagenmaker - John Ford, Sean O'Fearna - vulcanisation — vulcanisatie - matériaux, matière brute, matière première — basisproduct, grondstof - vlasvezel - coton, ouate — katoentje - mousse — blusschuim, isolatieschuim, schuimplastic, spuitschuim - huile, lubrifiant — gel, glijmiddel, glijpasta, olie, smeermiddel, smeerolie - hennepvezel - jute — jute - fibre synthétique — kunstvezel - fibre naturelle - paille — stro, strohalm, strootje - raphia — raffia - caoutchouc — caoutchouc, gomelastiek, gummi, rubber - caoutchouc synthétique — kunstrubber - néoprène — neopreen - ébonite — eboniet - laine — wol[Domaine]