penné (fr) - gewei, geweitak, hertshoorn - pseudopode (fr) - legboor, legbuis - ijdeltuit, kam - furcula (en) - vorkbeen - gevederte, pluimage, pluimbos, pluimpje, vederbos, vederdos, veren, verenkleed - donsveer, donsveertje - vacht - schapenvacht, schapevacht - haar, plantehaar, plantenhaar - tasthaar - epidermis, nagelriem, opperhuid, ruggordel, rugschelp, rugschild, schaal, schild - geraamte, omhulsel - lorica (fr) - oesterbaard - schelp, schulp, zeeschelp - dekschild, halfschild, schildvleugel, vleugelschild - klauw - dreumes, dreutel, hummel, kabouter, keutel, kruimel, krummel, puk, schaar, uk, ukkepuk, wurm - tétrapode (fr) - gebaard, met bakkebaarden, met een snor - versvoet, voet - dikke buik, pens - bladmaag, boekmaag - leb, lebmaag - graat, visgraat - dobber, ganzenveder, ganzenveer, ganzeveder, ganzeveer, slagpen, slagveer, staartveer, stuurpen, veer - barbeel - amniotique (fr) - prothorax (fr) - segment - cæcal (fr) - dij-, dijbeen- - genetisch - navel- - cardiovasculaire, cardio-vasculaire (fr) - epidermisch - ectoblastique, ectodermique (fr) - genitaal, veneriek, venerisch - laryngé, laryngien, laryngique (fr) - synaptique (fr) - pharyngal, pharyngé, pharyngien (fr) - cœliaque (fr) - appareil (fr) - zone érogène (fr) - carène, Carène (fr) - chiasma, décussation (fr) - chiasma optique (fr) - rib - plexus, vlecht, zenuwvlecht - plexus nerveux (fr) - porie - haarvatennet, haarvatenstelsel - afrolook, afro-look, afrostijl, kroeshaar - Chinees, chineesje, vlecht - paardenstaart, paardestaart - ganglion, zenuwknoop - epiglottis, keelklepje, strotklepje - krop, scheur, zak - bakkes, bek, bekje, kakement, klep, kwebbel, laadklep, moel, mond, mondholte, muil, smoel, snoet - holte, lichaamsholte, uitholling - antre (fr) - choroïde (fr) - wekbrauw, wenkbrauw - ooghaar, oogwimper, pinkhaar, wimper - gehoorvlies, trommelvlies - kristallens, lens, ooglens - oreille externe (fr) - gehoororgaan, gehoorschelp, oor, oorschelp, schelp - mediastinum - incus - stapes, stijgbeugel - eikel - caisson, chambre, puits (fr) - maagmond - lymfevatenstelsel, lymfvatenstelsel - fovéa (fr) - papille optique (fr) - afweerstelsel, immuunsysteem - centre nerveux (fr) - condyle (fr) - spicule, spiculum (en) - halfrond, hemisfeer, hersenhelft - archipallium (fr) - métencéphale (fr) - adénohypophyse, antéhypophyse, hypophyse antérieure, lobe antérieur de l'hypophyse (fr) - achterkwab - îlots de Langerhans, îlots pancréatiques, pancréas endocrine (fr) - kleine hersenen - Aire de Broca (fr) - gezichtscentrum - aire de Wernicke, centre sensoriel du langage (fr) - brein, grote hersenen, hersenen, hersens - huidplooi, plooi, soufflé - lobe frontal (fr) - lobe pariétal (fr) - lobe occipital (fr) - lobe temporal (fr) - bulbe rachidien (fr) - amandel - prosencéphale (fr) - nijlpaard - diencéphale (fr) - claustrum (fr) - boudoir, vrouwenvertrek - mesencephalon, middenhersenen, tussenhersenen - pont, pont de l'encéphale, pont de Varole (fr) - hersenstam - système nerveux périphérique (fr) - système nerveux autonome (fr) - orthosympatisch zenuwstelsel - système nerveux parasympathique, système parasympathique, système vagal (fr) - plexus brachial (fr) - plexus cervical (fr) - plexus choroïdes (fr) - appareil reproducteur (fr) - système urinaire (fr) - ademhalingswegen, luchtweg, luchtwegen - bloedvatenstelsel - blaas, urineblaas - slijmbeurs - abajoue (fr) - marsupium (fr) - balzak, scrotum, snoep, snoepgoed, zak - blaar, blaarkop, blaas, blaasje, cyste, urineblaas - follikel, haarfollikel, haarzakje - haarfollikel, haarzakje - hymen, maagdenvlies - mont de Vénus, pénil (fr) - grande lèvre, grandes lèvres (fr) - nymphe, petite lèvre, petites lèvres (fr) - zaadstreng - aryténoïde, cartilage aryténoïde (fr) - adamsappel, schildkraakbeen - stemband, stembanden - duodenum, twaalfvingerige darm - pylore (fr) - ileum, kronkeldarm - blindedarm, blinde darm - appendix, wormvormig aanhangsel - endeldarm, rectum - aars, aarsgat, aarsopening, anus, poeper, poeperd, poepgat, schijtgat - bilnaad, perineum - nek, nekvel - oksel - romp, tors, torso - borst, borststreek - fopspeen, nippel, smeernippel, speen, tepel - wespetaille - buik, buikje, corporatie, embonpoint, hangbuik, onderlichaam, onderlijf, onderstel, rechtspersoon, rijstbuik - navel - abdomen, achterdeel, achtereind, achterlijf, achterstel, balg, buikholte, buikje, buikstreek, maag, maagstreek, onderbuik, pens - aars, aarsgat, aarsopening, achterhand, achterste, achtersteven, achterwerk, anus, batterij, bibs, billen, bips, derrière, fundament, gat, hek, hol, kolf, kont, krent, poep, poeper, poeperd, poepgat, posterieur, reet, schijtgat, steven, tooches, zitje, zitvlak - bil, heupworp, heupzwaai - foot, human foot, pes (en) - fik, fikken, grijper, grijpers, grijpvinger, grijpvingers, hand, jat, jatten, klauw, klauwen, klavier, klavieren, kluif, knijper, poot, poten, speelkaarten in de hand, tengel, tengels, vinger, vlerken, vuist - vingertop - ringeling, ringvinger - middelvinger, middenvinger - pink - grote teen - duimnagel - endosquelette (fr) - exosquelette (fr) - acetabulum (fr) - aangezicht, bek, bovenkamer, fysiognomiek, fysionomie, gelaat, gelaatkunde, gezicht, smoel, tronie - gelaatstrek, trek - coiffe des rotateurs (fr) - Point de McBurney, Point de Mc Burney (fr) - thalle (fr) - chapeau (fr) - hyménium (fr) - meeldraad - helmknop, zaadknop - stamper - stamper simpel - honingkliertje, honingschubje - jeugdblad, jongerentijdschrift, kiemblad, lob, zaadlob - bloemblad, kroonblad - kelkblad - bloemkelk, kelk - périanthe (fr) - haarpluis, zaadpluis - kinabast - ostiole (fr) - plaste (fr) - chromoplaste (fr) - bladgroenkorrel, chloroplast - baside (fr) - lamelle (fr) - schimmeldraad - mycilium - zaadrok - asque (fr) - klimhaak, rank - onderstam, rhizoom, rizoom, wortelstok - stek - coulant, stolon (fr) - knol - onderstam, rhizoom, rizoom, wortelstok - stipe, tige (fr) - scherm, toneelgordijn, toneelscherm - tros - pluim - épillet (fr) - spadice (fr) - Schil - dop - bladerdak, festoen, feston, gebladerte, lofwerk, loof, loofwerk, lover - bractee - angostura - steel, stengel, stro - verticile (fr) - cabretleer, geiteleer, geitenleer, geitenvel, geitevel - koraal - kurk - hennepvezel - jute - houtkrul, houtkrullen, houtwol, pakstro, schaafkrullen - raffia - épice (fr) - bûche de Noël (fr) - wol[Domaine]