Contenu de sensagent
- définitions
- synonymes
- antonymes
- encyclopédie
Lettris
Lettris est un jeu de lettres gravitationnelles proche de Tetris. Chaque lettre qui apparaît descend ; il faut placer les lettres de telle manière que des mots se forment (gauche, droit, haut et bas) et que de la place soit libérée.
boggle
Il s'agit en 3 minutes de trouver le plus grand nombre de mots possibles de trois lettres et plus dans une grille de 16 lettres. Il est aussi possible de jouer avec la grille de 25 cases. Les lettres doivent être adjacentes et les mots les plus longs sont les meilleurs. Participer au concours et enregistrer votre nom dans la liste de meilleurs joueurs ! Jouer
Dictionnaire de la langue française
Principales Références
La plupart des définitions du français sont proposées par SenseGates et comportent un approfondissement avec Littré et plusieurs auteurs techniques spécialisés.
Le dictionnaire des synonymes est surtout dérivé du dictionnaire intégral (TID).
L'encyclopédie française bénéficie de la licence Wikipedia (GNU).
Traduction
Changer la langue cible pour obtenir des traductions.
Astuce: parcourir les champs sémantiques du dictionnaire analogique en plusieurs langues pour mieux apprendre avec sensagent.
Dernières recherches dans le dictionnaire :
calculé en 0.031s
dictionnaire analogique
auto, automobiel, brik, kar, rammelkast, schuitje, statusblik, vehikel, wagen — auto, automobile, bagnole, caisse, charrette, chiotte, tire, voiture, voiture automobile - local - local - luchtvaart- — aéronautique - airbus, luchtbus — airbus - vliegdekschip — porte-avions - lijntoestel, lijnvliegtuig, passagiersvliegtuig — avion de ligne - zeppelin — aéronef, aérostat, ballon dirigeable, dirigeable - amfibie-, amfibievliegtuig — véhicule amphibie - aquaduct, brugkanaal — aqueduc - plaatselijk — du quartier, local - ark — arche - autogiro — autogire - buggy, cart, go-cart, kinderwagen, schuivertje, skelter, trapauto, wandelwagen — landau, poussette - aak, bark, binnenschip, binnenvaartschip, binnenvaartuig, bokschip, platbodem, rijnaak, sleepaak, sleepschip, vlet — barge, péniche - boomschors, schil, zeilboot, zeilschip, zeilvaartuig — barque, trois mats, trois-mats, voilier - kar, kruiwagen — brouette, diable - bathyscaaf — bathyscaphe - pieremachochel, slagschip — cuirassé - combi, combinatiewagen, stationcar — break, chariot, familiale, wagon - Berlijn, limousine — Berlin, berline - brik, fiets, kar, karretje, rijwiel, tweewieler, velo — bicyclette, clou, petite reine, vélo - tandem — tandem - biplaan, dubbeldekker, tweedekker — biplan - blimp, braadworst, saucijs — blimp, culotte de peau - bibliobus — bibliobus - bevrachter, cargo, charteraar, koopvaarder, koopvaardijschip, transportschip, vrachtboot, vrachtschip, vrachtvaarder, vrachtvliegtuig — cargo, navire marchand - brigantin - auto-tamponneuse - huurauto, huurkoetsje, huurrijtuig, huurwagen, kuch, taxi — taxi, voiture de louage - huurkoetsje, huurrijtuig — cab, cabriolet - jacht, motorjacht, plezierboot, plezierjacht, pleziervaartuig — bateau de plaisance, embarcation de plaisance, yacht, yacht de plaisance - kajak, kano — canoé, canoë - rijtuig, spoorrijtuig, treinwagon, wagon — autorail, wagon - trampboot, vrachtboot, vrachtschip — cargo, tramp - caraque, nef - catamaran, multirompsboot — catamaran - catboat - rups, rupsband — chenille, tracteur à chenille - tandradbaan — chemin de fer à crémaillère - containerschip — porte-container, porte-conteneurs - band, bandtransporteur, lopende band, sorteerband, transportbaan, transportband — bande transporteuse, convoyeur, tapis roulant - coracle - korvet — corvette - navire de croisière - boutre - diesellocomotief, diesellokomotief — locomotive à moteur Diesel, locomotive diesel - jol, opblaasboot, pieremachochel, roeiboot, rubberboot — canot, dériveur, dinghie, dinghy, youyou - restauratierijtuig, restauratiewagen — wagon-restaurant - duikbommenwerper, stuka — bombardier, chasseur - dogcart - pirogue - kiepauto, kiepbak, kieper, kiepkar, kiepwagen — camion à benne - electrolocomotief, elektrolokomotief — locomotive électrique - l — métro aérien - elevator, graanzuiger, hijstoestel, hoogteroer, lift, liftkooi — ascenseur, élévateur - felouque - ferry, ferryboot, overzetveer, pont, pontveer, veer, veerboot, veerdienst, veerpont — bac, ferry, ferry-boat - gevechtstoestel, gevechtsvliegtuig, jachtvliegtuig, jager — avion de chasse - bateau-pompe - fire engine, fire truck (en) - brûlot - botter, visserman, vissersboot, vissersschip — bateau de pêche - open goederenwagen — truc - galjoen, kraak — galion - glider, zweeftoestel, zweefvliegtuig — planeur - golfette - kanonneerboot — canonnière - gurney - bogie, steekwagen, truck — chariot, diable - begrafenisauto, lijkauto, lijkkoets, lijkwagen — corbillard - duikelaar, hefschroefvliegtuig, helicopter, helikopter, tuimelaar, wentelwiek — hélicoptère - lazaretschip — navire-hôpital - heteluchtballon — ballon à air chaud, montgolfière - scheurijzer — hot rod - hovercraft, luchtboot, luchtkussenvaartuig, luchtvoertuig — aéroglisseur, hovercraft, machine à coussin d'air, terraplane - jeep, landrover, terreinvoertuig — jeep - betjah, fietstaxi, riksja — cyclo-pousse, pousse, pousse-pousse, rickshaw - kits — ketch - landauer — landau - Liberty ship - reddingsboot — bateau de sauvetage, canot de sauvetage, chaloupe de sauvetage - bak, limousine, slee — limousine - lijnboot, lijnschip, oceaanreus, passagiersboot, passagiersschip — transatlantique - loc, locomotief, lokomotief — loco, locomotive - barkas — grande chaloupe - transportwagen, truck, vrachtauto, vrachtwagen — camion - logger — lougre - maanlander, maansloep — lem, module d'exploration lunaire - navire de ligne - Mayflower - metro, onderghrondse, ondergrondse, voetgangerstunnel — métro, métropolitain - bromfiets, brommer, plof — cyclomoteur - monocorps, monospace - monorail — monorail - bromfiets, brommer, plof, snorfiets, solex — cyclo, cyclomoteur, pétrolette, vélomoteur - derny, motor, motorfiets, motorrijwiel — moto, motocyclette - motorrijtuig, motorvoertuig — véhicule à moteur - A.T.B., all terrain bike, atb, crossfiets, mountainbike, terreinfiets — vélo tout terrain, vtt - olieleiding, oliepijpleiding — oléoduc - oliespuit, olietanker, olietankwagen, petroleumtanker, petroleumtankschip, tankauto, tankboot, tanker, tankschip, tankwagen — navire-citerne, pétrolier, tanker - pirogue à balancier - palankijn — '''palanquin''', palanquin - autobus, bus, coach, koets, oefenmeester, personenrijtuig, rijtuig — voiture - lijnschip, passagiersschip — paquebot - patrouilleboot — patrouilleur - pick-up, sut - loodsboot — bateau-pilote - buisleiding, buizennet, buizenstelsel, buizensysteem, pijpleiding, pijplijn, toevoerkanaal — oléoduc, pipeline, pipe-line - arrestantenbus, arrestantenwagen, boevenwagen, celwagen, dievenwagen, gevangenwagen, overvalwagen, politiebusje — car de police - pullman, salonrijtuig, salonwagen — pullman - bolide, coureur, hardrijder, koersauto, raceauto, racefiets, racewagen — bolide, voiture/vélo de course, voiture de course - chemin de fer métropolitain, métro - camping-car - two-seater — biplace, petite voiture - matériel roulant - zeiler — voilier - zeilschip — voilier - sampan — sampan, sampang - schoolbus — autobus de ramassage scolaire, autobus scolaire - instructieschip, opleidingsschip, schoolschip — navire école - bagagekarretje, boodschappenwagentje, caddie, karretje, trolley, winkelwagen, winkelwagentje — caddie®, chariot - ski (en) - Skylab - navire négrier - slaapwagen, slaapwagon — sleeping-car, voiture-lit, wagon-couchette, wagon-lit - sloep — chaloupe, sloop - autoneige - sneeuwploeg, sneeuwruimer, sneeuwschuiver — chasse-neige - ruimteschip, ruimtevaartuig — astronef, engin spatial, vaisseau spatial, véhicule spatial - ruimtelaboratorium, ruimtestation, space-lab — laboratoire spatial, station spatiale - raceboot, speedboot — hors-bord - coupé, sportauto, sportcoupé, sportwagen — voiture de sport - postkoets, relais — chaise de poste, relais - ruimteschip, ruimtetuig, ruimtevaartuig — vaisseau spatial - s.s., ss., stoomboot, stoomschip — bateau à vapeur, vapeur - stoomlocomotief — locomotive à vapeur - bagagerijtuig, bagagewagen, bagagewagentje, inslagzijde, steekwagen, tramwagen, tramweg, wagentje, witkar — tram, tramway, voie de tramway - duikboot, onderzee{#225}{#137}{#225}r, onderzeeboot, U-boot - plankzeiler, surfing, surfplank, windsurfen, windsurfer, windsurfing, zeilplank — planche à voile, planche de surf, planchisme, windsurf - surrey, voiture à deux places - tank — citerne, wagon-citerne - tenderlocomotief — locomotive-tender - pinas, schippersbootje — bateau ravitailleur - torpilleur, vedette lance-torpilles - inslagzijde, tram, trambaan, tramlijn, tramweg — téléphérique - driewieler, kinderfiets — tricycle - trimaran — trimaran - trireem — trirème - trolley, trolleybus — trolley, trolleybus - sleepboot, sleepvliegtuig, sleper, treiler — bateau-remorqueur, remorqueur - biréacteur - eenwieler — monocycle - schip — bateau, navire, vaisseau - oorlogsbodem, oorlogsschip — navire de guerre - baleinière - invalidenwagen, invalidenwagentje, rolstoel — chaise roulante, fauteuil roulant, voiture d'infirme - luchtschip, zeppelin — zeppelin[Domaine]